CAN'T ARGUE in Dutch translation

• kan niet discussiëren
• kan niet beweren
• kan het niet ontkennen
• kan niet pleiten
• kan niet bekvechten
• kan niet discuteren
• kan niets inbrengen
• kunnen niet argumenteren
• kan ik niets tegenin
• kunt geen ruzie maken
• kan ik niet tegenspreken

Examples of using Can't argue in English and their translations into Dutch

You can't argue with talent.
Je kan niet vechten met talent.

You can't argue with the fact that Kubrick's defining moment is 2001.
Je kunt niet bestrijden dat Kubicks beslissende moment 2001 is.

Well, you can't argue with Elisabetta.
Nou, je krijgt geen ruzie met Elisabetta.

All right, can't argue with that.
Goed dan, daar kan ik niet tegen op.

We can't argue.
We mogen niet discuteren.

Oh, well… can't argue with safety.
Ik kan niet argumenteren met veiligheid.

You can't argue with science.
Je kunt niet strijden tegen de natuur.

Oh, can't argue with that.
Kan ik niet over discuseren.

Can't argue with a headstrong fella like that, wasting lead.
Kan niet in discussie met 'n kerel, die zoveel lood verspild.

Can't argue with success.
Ik kan niet redetwisten over succes.

I can't argue with you wanting to do your job.
Ik kan je niet tegenspreken van je werk te willen doen.

You can't argue with the union. The union.
Je kunt geen ruzie met de vakbond maken.

Can't argue with the paycheck.
En je kan geen ruzie maken met de loonstrook.

You can't argue with God.
Je kunt niet discussieren met God.

Can't argue with that.
Daar kan ik niet tegen in.

Well, you can't argue with success.
Nou, je kan niet debatteren met succes.

All right, I can't argue with evil spirits.
Al goed, ik kan niet redetwisten met boze geesten.

I can't argue about this, I'm driving.
Ik kan niet praten onder het rijden.

Can't argue that one.
Daar kan ik niks tegenin brengen.

Can't argue with that, sir.
Daar kan ik niet om twisten, sir.