HAVE GOT TO GO HOME in Dutch translation

• moet naar huis
• huis gaan

Examples of using Have got to go home in English and their translations into Dutch

you came to me, Thomas. and talk to your parents about this.- Thomas. but you have got to go home.
je naar me toe bent gekomen,… maar je moet naar huis gaan en met je ouders hierover praten. Thomas.

I am so touched that you came to me, and talk to your parents about this. but you have got to go home.
je naar me toe kwam,… maar je moet naar huis gaan en met je ouders hierover praten.

Listen, I am so touched that you came to me, but you have got to go home Thomas. and talk to your parents about this. Thomas.
Thomas? Luister, ik ben diep geroerd dat je naar me toe bent gekomen,… maar je moet naar huis gaan en met je ouders hierover praten. Thomas.

I have GOT TO GO HOME. ADAM NEEDS ME.
Ik moet naar huis, Adam heeft me nodig.

I have got to go home.
Ik moet naar huis, naar bed.

I have got to go home.
Ik bedoel… Ik moet naar huis.

You have got to go home.
Je moet echt naar huis.

We have got to go home.
We moeten terug naar huis.

I have got to go home.
Lk wil naar huis.

You have got to go home?
Je moet naar huis toe?

I have got to go home.
Ik wil naar huis toe.

I have got to go home.
Ik moet terug naar Barcelona.

We have got to go home.
Wegwezen. We moeten naar huis.

I have got to go home.
Ik moet naar huis.

We have got to go home because.
We moeten wel naar huis, want.

I have got to go home and pack.
Ik heb naar huis en ga pakken.

Yes. I have got to go home.
Ik moet naar huis.-Ja.

Jeremy, I have got to go home!
Jeremy, ik moet naar huis!

You have got to go home and get dressed.
Je moet naar huis en u gaan omkleden.

I have got to go home.- No.
Ik moet naar huis Nee.