Examples of using Knapsack in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
He still owes two francs for his damaged knapsack.
It is the knapsack of the Travis.
Stephan, the knapsack.
What's in your knapsack?
A bullet through his knapsack.
Een kogel door z'n ransel.Now put all these in your knapsack.
Doe nu al deze in je rugzak.Built like a knapsack♪.
Je haar lijkt een knapzak- dutje.So, paper bills in the lining of your knapsack.
Doe biljetten in de voering van je tas.Her knapsack.
Haar rugzak.Into my knapsack, all nine of you!
Alle negen in mijn ransel!It's not a backpack, it's a knapsack.
Je rugzak.- Het is een knapzak.There's $30,000 in this knapsack.
Dollar in deze tas.I'm carrying a knapsack.
Ik draag de rugzak.Where would you get a knapsack like that?
Waar heb je die knapzak vandaan?Where would you get a knapsack like that? Thank you?
Wat doe je nou? Hoe kom je aan die tas?There's a first aid kit in that knapsack there.
Er ligt een verbanddoos in die rugzak daar.She had no knapsack.
Ze had geen knapzak.I think he's dumped the knapsack.
Ik denk dat hij de rugzak dumpte.What you have in that knapsack, Samuel Carne?
Wat heb je in die knapzak, Samuel Carne?OK? Ray, put your knapsack on the floor.
Okee? Ray, zet je rugzak op de vloer neer.
