NETWORK in Dutch translation

['netw3ːk]
['netw3ːk]
netwerk
network
grid
mesh
net
just
same
grid
network
zender
transmitter
channel
station
network
wire
sender
tracker
radio
emitter
bug
partnernetwerk
network
partner network
omroep
broadcasting
broadcaster
network
television
station
radio
service
channel
netwerken
network
grid
mesh

Examples of using Network in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
This is a network show!
Dit is een network show!
This social network is operated by Google Inc.
Deze sociale netwerken zijn eigendom van Google Inc.
Network and local protection for all internet connected devices.
Netwerk- en lokale beveiliging voor alle apparaten verbonden met het internet.
This network is indispensable for any fieldwork research.
Dit net is onmisbaar bij ieder veldwerkonderzoek.
The network fired me.
De zender heeft me ontslagen.
You know, for the… new social network.
Je weet wel, voor het… nieuwe sociale netwerk.
Sam belongs to the network.
Sam hoort bij de omroep.
This is a network show. Come on, now.
Komaan, nu. Dit is een network show.
Every network and business is unique.
Alle netwerken en bedrijven zijn uniek.
Network, server and application security and maintenance.
Netwerk-, server- en applicatiebeveiliging en onderhoud.
This network in Crimea becomes more and more.
Dit net in de Krim wordt steeds meer.
I run this network, not you guys!
Ik leid deze zender, niet jullie!
The Clinton News Network.
Het Clinton News Netwerk.
Bunch of idiots at that network.
Een hoop idioten bij die omroep.
Come on, now. This is a network show.
Komaan, nu. Dit is een network show.
High performance Network and battery monitoring included.
Hoge prestaties Netwerk- en batterijmonitoring inbegrepen.
Power system of special network or local area network.
Energiesystemen van speciale netwerken of lokaal netwerk.
She said erection on network teelevision.
Ze zei net'erectie op televisie.
I will run the network till the ship's aride.
Ik run de zender tot het schip weer op koers zit.
Ted Danson is not even on the network anymore.
Ted Danson zit niet eens meer bij de omroep.
Results: 63516, Time: 0.0563

Top dictionary queries

English - Dutch