Examples of using One point in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
An8}One point five and one point five and one point five.
Eén komma vijf en één If somebody else answers, you only get one point.
One point to Melissa.
One point three.
Eén komma drie.For the first digit you use you will get one point.
Voor het eerste cijfer dat je gebruikt krijg je 1 punt.Mr. Johnson has edged out Mr. Tarron by one point.
Mr Johnson heeft Mr Tarron met één punt verslagen.Korea is one point ahead!
Korea staat èèn punt voor! Net!One point for Geeta.
Eén punt voor Geeta.Arsenal and River Plate each have one point after their goalless draw.
Arsenal en River Plate hebben elk 1 punt na het doelpuntloze gelijkspel.Kasha scores one point.
Kasha scoort één punt.One point to Geeta!
Eén punt voor Geeta!The Heat lost by one point.
De Heat verloren met 1 punt.Gets you one point.
Voor'hob' krijg je één punt.One point deduction off the blue corner.
Eén punt aftrek voor de blauwe hoek.Get at least one point.
Score nou in ieder geval 1 punt.We only lost by one point.
We verloren maar met één punt.One point for Malasa.
Eén punt voor Melissa.Each goal is worth one point.
Elk doelpunt is 1 punt waard.Kutty now with the ball, one point.
Kutty heeft nu de bal, één punt.One point five.
Eén punt vijf.
