POINT in Dutch translation

• punt
• point
• moment
• wijzen
• zin
• paragraaf
• par
• nut
• bedoeling
• motie
• opmerking
• erom
• richt

Examples of using Point in English and their translations into Dutch

The point is, you are single.
Het nut is dat je single bent.

And that was that point where I said.
Dat was het moment waarop ik zei.

But in the point of it all.
Maar in de zin van dit alles.

Hoover's guys point to crime stats in big cities.
De jongens van Hoover wijzen naar de criminele statistieken in de grote steden.

West Point with flat feet.
West Point met platte voeten.

Maybe. No. Look, my point is this.
Luister, m'n punt is dit: Misschien. Nee.

Point 1.4- third bullet point..
Par 1.4: derde bolletje.

Point 3.3.3 b withdrawn.
Paragraaf 3.3.3 b ingetrokken.

Point the gun at Xev, Mr President.
Richt het pistool op Xev, mijnheer de Voorzitter.

I don't see the point in being good.
Als crimineel zie ik het nut niet in van goed zijn.

At this point, everything is possible.
Op dit moment is alles mogelijk.

No point milking it.
Geen zin om het uit te melken.

People will point to you long afteryour time has passed.
Mensen zullen naar u wijzen, lang nadat uw tijd voorbij is.

Look, my point is this. No. Maybe.
Kijk, mijn punt is dit. Misschien. Nee.

He was at West Point.
Hij zat op West Point.

Point 1.5- add a sentence.
Par 1.5- zin toevoegen.

Point 2.3:"Social exclusion,
Paragraaf 2.3:"Sociale uitsluiting,

That's the point of this trip.
Dat is de bedoeling van deze reis.

Excellent, now, point your rifle at Ted.
Uitstekend, richt je geweer nu op Ted.

What was the point of Lax?
Wat was het nut van Lax?