RAKE in Dutch translation

[reik]
[reik]
hark
rake
stiff
rake
striking
RAK e
trenchant
harkje
rake
losbol
rake
libertine
debauchee
loose cannon
riek
reek
smell
rick
rake
prong
pitchfork
fork
bladhark
fan rake
hand rake
oprakelen
stir up
bring up
dredging up
rehash
rake
to dig up
to drag
drudge up
again
zwadhark
rake
harklijnen
harken
rake
stiff

Examples of using Rake in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Why rake over it all now?
Waarom alles nu oprakelen?
We are China Origin Factory of Snow Rake for Roof Cleaning.
Wij zijn China oorsprong in de fabriek van de Sneeuw Rake voor Roof Cleaning.
shovel and rake.
schop en harkje.
Woman could hunt geese with a rake.
Dat ze op ganzenjacht kan met een hark.
Good thing for that random rake.
Goede zaak voor die willekeurige losbol.
Not a coincidence. Siravo hired Rake to hit Flores.
Geen toeval. Siravo huurde Rake om Flores te raken.
Nobody wants it back rake.
Niemand wil dit terug oprakelen.
Most of them thought the rake was definitely Elizabeth's.
De meesten van hen vonden dat de hark van Elizabeth was.
Where did I put my rake?
Waar legde ik m'n harkje?
I have no doubt that Her Excellency thinks me a rake already.
Ik weet zeker dat hare excellentie me nu al een losbol vindt.
Rake in my ass.
Harken, mijn reet.
It's called Rake.
Het heet Rake.
From now on, the little broken rake belongs to Elizabeth.
Van nu af aan behoort de gebroken hark toe aan Elizabeth.
Whose rake is this?
Van wie is dit harkje?
Let's not rake over my embarrassing past.
Niet m'n gênante verleden oprakelen.
We must rake the garden and pull the weeds.
We moeten de tuin harken en het onkruid wieden.
Boss, second body is Luther Rake.
Baas, het tweede lijk is Luther Rake.
You can't use a rake sometimes?
Kun je geen hark gebruiken?
And pull the weeds. We must rake the garden.
We moeten de tuin harken en het onkruid wieden.
I'm with child, Rake.
Ik ben zwanger, Rake.
Results: 824, Time: 0.0711

Top dictionary queries

English - Dutch