SAY AGAIN in Dutch translation

• zeggen opnieuw
• zeg nog eens
• herhaal
• zeg dat nog eens
• zeg nogmaals
• weer zeggen
• nog een keer zeggen
• herhaal dat eens
• zeg wederom
• nogmaals zeggen
• herhalen
• zeg opnieuw
• zeg nog een keer

Examples of using Say again in English and their translations into Dutch

Let me just say again, my client appreciates the opportunity to.
Laat me nog een keer zeggen, mijn cliënt apprecieert de kans om.

Say again, we were engaged.
Zeg nogmaals, we waren bezig.

I say again, we are not evacuating fast enough.
Ik herhaal, het moet sneller.

Harry, Harry say again.
Harry, zeg dat nog eens.

I say again, Let no man think me a fool;
Ik zeg wederom, dat niemand mene, dat ik onwijs ben;

Could you say again,?
Kunt u dat nog een keer zeggen?

I say again, our objective is gone.
Ik zeg nogmaals, ons doelwit is verdwenen.

Esmeralda.- Say again you love me.
Esmeralda.-Zeg nog eens dat je van me houdt.

I say again, I pass Data.
Ik herhaal, ik heb Data gepasseerd.

Say again, Abbie?
Herhaal dat eens, Abbie?

Bravo-Six, say again.
Bravo-Six, zeg dat nog eens.

I say again, hold what you got.
Ik zeg nogmaals, blijf waar je bent.

Say again: down with the Russki.
Zeg nog eens: weg met de Rooien.

I say again, they have Jaz.
Ik herhaal, ze hebben Jaz.

Say again, you're breaking up. drug… lizer.
Herhaal dat eens, je valt weg. Drug… mest.

Say again?
Nogmaals zeggen?

Say again, Delta 2.
Zeg dat nog eens, Delta 2.

Havoc, say again your last.
Havoc, zeg nogmaals dat laatste.

Say again you love me. Esmeralda.
Esmeralda.-Zeg nog eens dat je van me houdt.

I say again, troops in contact.
Ik herhaal troepen in contact.