THE TUTOR in Dutch translation

• de tutor
• de docent
• de leraar
• de mentor
• de leermeester
• de huisleraar
• de bijlesleraar
• de bijles
• de studiebegeleider
• huisonderwijzer
• de privéleraar

Examples of using The tutor in English and their translations into Dutch

The money for the tutor.
Het geld voor de bijles.

The tutor Eli suggested her.
De studiebegeleider, Eli stelde haar voor.

Important: The tutor shall at any rate have a personal computer.
Belangrijk: De leraar moet over een persoonlijke computer beschikken.

Now she's got the tutor, who studied the flute in town.
Nu heeft ze de huisleraar, die heeft fluit gestudeerd, in de stad.

Small class sizes prioritize discussion with peers and interaction with the tutor.
Kleine klasgroottes geven prioriteit aan discussies met peers en interactie met de tutor.

immediately find the tutor that suits you.
vind direct de bijlesleraar die bij je past.

some people feel that the tutor is totally redundant.
sommige mensen denken dat de docent helemaal overbodig is.

The money for the tutor. Bye mom! Hey, the tutor.
Doei mam.- Het geld voor de bijles.

The tutor was also fired.
De leraar is ook ontslagen.

Then visit the website of the Tutor Academy.
Bezoek dan de website van de Tutor Academy.

Who, Grace or the tutor?
Wie, met Grace of de studiebegeleider?

She's still upset about the tutor.
Ze is nog boos over de bijles.

The tutor. Your dad hired me.
De leraar, je vader heeft mij aangenomen.

The basis is the Tutor as PDF file.
De basis van het geheel is de Tutor als PDF bestand.

The tutor has been dismissed.
De leraar is ontslagen.

I'm Stu, the tutor.
Ik ben Stu, de tutor.

The tutor said I need ten hours of sleep, Dad.
De leraar zei dat ik minstens tien uur slaap nodig heb, pap.

Engaged to the tutor? Mum.
Verloofd met de leraar? Mama.

The tutor was also sacked.
De leraar is ook ontslagen.

The tutor of Achilles?
De leraar van Achilles?