THEY WERE LIVING in Dutch translation

[ðei w3ːr 'liviŋ]
[ðei w3ːr 'liviŋ]
ze leefden
they live
they're alive
lives
they exist
they feed
they survive
ze woonden
they live
they reside
they moved
they stay
they dwell
they attend
they inhabit
they are resident
ze wonen
they live
they reside
they moved
they stay
they dwell
they attend
they inhabit
they are resident
ze leefde
they live
they're alive
lives
they exist
they feed
they survive

Examples of using They were living in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
They were living in their car for months.
Ze leefden maanden in hun auto.
They were living in the same house.
Ze woonden in hetzelfde huis.
They were living a lifestyle created by the divine.
Ze leefden op een manier die door het goddelijke was geschapen.
But they were living here?
Maar ze woonden hier?
When they were living in a-- literally a three-walled lean-to.
Toen ze leefden in een-- letterlijk een afdak met drie muren.
They were living in Sydney the past couple of years.
Ze leefden de afgelopen jaren in de stad.
They were living a normal life together with their young son.
Ze leefden samen met hun zoontje een normaal leven..
They were living on top of the workshops where they were working.
Ze leefden bovenop de werkplaatsen waarin ze werkten.
They were living their lives… so it's time for you to live yours.
Ze leefden hun leven dus is het tijd dat jij het jouwe leeft..
They were living there when the war broke out.
Daar woonden ze op het moment dat de oorlog uitbrak.
They were living in the domain?
Woonden ze daar?
At the time, they were living in Syracuse, New York.
In die tijd woonden ze in Syracuse, New York.
So in this water they were living, but they died of thirst.
Dus in dit water leefden ze, maar zij stierven van de dorst.
Tidwell. They were living in a mall for almost a year.
Voor al bijna een jaar. Ze woonde hier, in een winkelcentrum.
And all this time, they were living this lie.
En al die tijd, leefden ze met deze leugen.
I found the cellar that they were living in.
Ik vond de kelder waarin ze woonden.
You mean the house they were living in.
Je bedoelt het huis waarin ze woonden.
They follow the sun as if they were living solar panels.
Als levende zonnepanelen volgen ze de zon.
They were living in times of prosperity, and everyone was happy.
Zij leefden in voorspoed en iedereen was tevreden.
They were living souls, and they died for a reason.
Het waren levende zielen, en ze zijn om een reden gestorven.
Results: 90, Time: 0.0462

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch