Examples of using Thora in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
My name is Thora Lundahl.
What do you mean by that?" asked Thora.
Wat bedoel je daarmee?' vroeg Þóra.Oh my God, Thora.
Oh, mijn God, Thora.And where was it?" asked Thora.
En waar was het?' vroeg Þóra.Come back as Thora Birch?
Kom je terug als Thora Birch?That sounds quite serious," Thora said.
Dat klinkt nogal ernstig,' zei Þóra.Marcelino is a genius scenographer- Vibeke and Thora geniusettes.
Marcelino is een zeer goede setdesigner- Vibeke en Thora erg slim.The guard addressed his words to Thora.
De bewaker richtte zijn woorden tot Þóra.Called Thora, And they burned alive a young woman who I loved.
En ze verbrandden levend een jonge vrouw, genaamd Thora, die ik lief had.You are such a comfort to me, Thora.
Je stelt me altijd zo gerust, Thora.I have no idea," Thora said quickly.
Ik heb geen idee,' zei Þóra vlug.Unfortunately, we can't trust Thora to tell the truth.
Helaas kunnen we niet vertrouwen dat Thora de waarheid vertelt-.He may hand you do not give according to the thora.
Hij mag je geen hand geven volgens de thora.They exchanged good-byes and Thora put her phone back in her handbag.
Ze hing op en Þóra stopte de gsm terug in haar zak.Experience had taught Thora that it was not worth arguing with the girl.
He nodded toward Thora and winked at Bella.
Hij knikte in de richting van Þóra en gaf Bella een knipoog.Matthew looked at Thora, who nodded assent.
Matthias keek naar Þóra, die instemmend knikte.Politeness won out from force of habit and Thora gritted her teeth into a smile.
Uit gewoonte nam beleefdheid het over en Þóra probeerde te glimlachen.He looked at Thora and Matthew.
Hij keek naar Þóra en Matthias.He looked at Thora and smiled.
Hij keek naar Þóra en glimlachte.
