TO GET UP in Dutch translation

• opstaan
• te komen
• opstaat
• rechtstaan
• overeind
• om wakker te worden
• moeten
• te gaan
• te geraken
• halen
• te krijgen
• opstond
• sta op
• heb

Examples of using To get up in English and their translations into Dutch

I just want you to get up and I want you to walk away.
Ik wil dat je opstaat en wegloopt.

I thought that would give you plenty of time to get up to town.
Dat geeft je voldoende tijd om naar de stad te gaan.

I'm going to get up.
Ik ga rechtstaan.

Guys, I need you to get up.
Jongens, ik wil dat jullie opstaan.

I want you to get up in there. Get in.
Jullie moeten daarin. Ga naar binnen.

Johnny. Time to get up.
Johnny, tijd om wakker te worden.

However, he's got to get up early in the morning.
Ik moet wel zeggen Dat hij morgen vroeg opstaat.

They're desperate to get up to Wales.
Ze zijn wanhopig om naar Wales te gaan.

After what I went through to get up here?
Na al wat ik meegemaakt heb om hier te geraken?

She wants to get up.
Ze wilde opstaan.

Warren. Warren, you need to get up.
Warren. Warren, je moet rechtstaan.

I want you to get up in here. Get in.
Jullie moeten daarin. Ga naar binnen.

We don't have enough road to get up to 88.
Op deze weg halen we de 140 niet.

I would like you to get up from the table.
Ik wil dat je opstaat van de tafel.

I have got to get up early.
Ik moet vroeg opstaan.

Warren. Warren, you need to get up.
Warren, je moet rechtstaan. Warren.

Carrie, come on, it's time to get up. Carrie.
Carrie. Carrie, kom op, het is tijd om wakker te worden.

So it's really no trouble. I'm going to get up for some water.
Ik ga water halen, dus 't is geen moeite.

I'm sorry to have to put you through all this hassle to get up here.
Sorry, voor al dat gedoe om jullie hier te krijgen.

And expect him to get up out of bed.
En verwachten dat hij opstaat uit bed.