WAS TESTING in Dutch translation

• testte
• op de proef
• testen was
• testen
• test
• teste

Examples of using Was testing in English and their translations into Dutch

I was testing you. Good.
Goed. Ik stelde je op de proef.

She had to. He was testing her.
Hij was haar aan het testen.

The sincerity of your love. She was testing.
Ze testte de oprechtheid van je liefde.

Good. I was testing you.
Goed. Ik stelde je op de proef.

You didn't know Verone was testing us?
Je wist niet eens dat Verone ons wilde testen?

I was testing you guys.- What?
Ik testte jullie.-Wat?

He was testing you.
Hij stelde jou op de proef.

Testing! She was testing you.
Test. Ze wilde u testen.

What? He was testing blood in the clinic?
Hij testte bloed in het ziekenhuis.- wat?

Hmm. You think he was testing his fuses?
Was hij de ontsteker aan het testen?

She was testing the sincerity of your love.
Ze testte de oprechtheid van je liefde.

She had to, man. He was testing her.
Hij was haar aan het testen.

I saw something when Dr. Reyes was testing me.
Ik zag iets toen dr. Reyes me testte.

She was testing us.
Ze wil ons gewoon testen.

Mom, he was testing me.
Mam, hij testte me.

He was testing blood in the clinic.
Hij liet bloed testen.

Mom, he was testing me.
Mams, hij testte me.

I was testing you!
Ik wilde je even testen.

The King was testing him.
De koning testte hem.

The device that dr. Granger was testing.
Het apparaat dat dr. Granger testte.