WE BOTH GO in Dutch translation

• we gaan allebei
• we duiken

Examples of using We both go in English and their translations into Dutch

We both go down.
We gaan beiden ten onder.

We both go, or neither of us.
We gaan alletwee of helemaal niet.

So we both go back to the birth of this thing.
Dus we gaan beide terug naar de geboorte van dit ding.

That night, we both go back down to the camp.
Later die avond gingen we terug, omlaag naar het kamp.

We both go to Yale.
Wij gaan allebei naar Yale.

Shoot. And we both go down and you would win!
Dan gaan we beiden neer en jij wint. Schiet!

Then we both go.
Dan ga ik mee.

Tails, we both go on?
Munt, gaan we door?

No. we both go.
Nee, we gaan met z'n tweën.

Then we both go down and you would win. Shoot!
Dan gaan we beiden neer en jij wint. Schiet!

We both go. No.
Nee, we gaan met z'n tweën.

We both go to Yale.
We studeren aan Yale.

We both go in, we might not get back out in time.
Als we allebei gaan, zijn we niet op tijd terug.

If we both go, Jack and Sydney think that something is wrong.
Als wij samen gaan, denken Jack en Sidney dat er iets zou kunnen gebeuren.

So, we both go into the apartment, we spend the day together.
Toen gingen we naar binnen en brachten we samen de dag door.

And we… we leave a note for Hanson. We both go to the Southside.
We gaan allebei en laten een briefje achter.

Sunday. We both go to saint patrick's episcopal.
Zondag. Wij gaan allebei naar St. Patrick's Episcopal.

We both go to St. Patrick's Episcopal. Sunday.
Zondag. Wij gaan allebei naar St. Patrick's Episcopal.

We both go.
Wij gaan nu.

We both go to Saint Patrick's episcopal. Sunday.
Zondag. Wij gaan allebei naar St. Patrick's Episcopal.