WE NEED TO HELP in Dutch translation

• we moeten helpen
• hulp nodig

Examples of using We need to help in English and their translations into Dutch

Now we need to help you croiasca the most beautiful dresses for all clients of the House of fashion.
Nu moeten we helpen u croiasca de meest prachtige jurken voor alle klanten van het huis van de mode.

I believe we need to help secure peace
denk ik dat we een bijdrage moeten leveren aan het bewerkstelligen van vrede

We need to help make a whole country habitable once again
Wij moeten meehelpen dit land weer bewoonbaar te maken en miljoenen mensen weer

We need to help these people, so that they won't go back to a life of crime.
An2}We moeten ze helpen zodat ze niet weer de misdaad in gaan.

to be innovative, we need to help SMEs to access credit.
deze ondernemingen innovatief zijn moeten wij ze helpen toegang te krijgen tot krediet.

Understand who we need to help: Some sites
Begrijp wie we moeten helpen: sommige sites

We need to help to establish a situation in this country which will induce people to stay there,
Wij moeten helpen in dit land situaties te creëren waardoor de mensen zullen blijven.

We need to help the people trapped in the north and to achieve an immediate cease-fire,
De ingesloten mensen in het noorden moet hulp geboden worden

to say that we all agree that we need to help Romania improve the conditions
wij allemaal vinden dat we Roemenië moeten helpen bij het verbeteren van de levensomstandigheden

identify requirements that we need to help meet.
de behoeften aangeven die wij moeten helpen lenigen.

We need to help empower women
We moeten helpen empowerment van vrouwen

But how? We were so convinced we needed to help Marko?
We dachten dat we Marko daarvoor moesten helpen.- Maar hoe?

We need to help.
We moeten hem helpen.

We need to help Earn.
We moeten Earn helpen.

We need to help her.
Maar we moeten haar helpen.

We need to help Safronov.
We moeten Safronov helpen.

We need to help them.
We moeten hen helpen.

We need to help him.
We moeten hem helpen.

We need to help Audrey.
We moeten Audrey helpen.

We need to help her.
We moeten haar helpen.