AARON - vertaling in Nederlands

• aaron
• aäron
• haroen
• aron
• hârôen
• aeron

Voorbeelden van het gebruik van Aaron in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Aaron, komm rein!
Aron, naar binnen komen,!

Friede sei über Mose und Aaron!
Vrede zij met Moesa en Haroen!

Den Herrn von Moses und Aaron.
De Heer van Môesa en Hârôen.

Mein Onkel Aaron ist Prowler.
Mijn oom Aäron, hij is de Prowler.

Aaron ist nicht der einzige Killer bei denen.
Aaron is niet de enige moordenaar.

Den Herrn von Moses und Aaron.
De Heer van Moesa en Haroen.

Würdest au aufhören zu quatschen und Aaron anrufen?
Kap eens met socializen en bel Aron.

Stimmt. Hancock, das ist mein Sohn, Aaron.
Inderdaad, Hancock, dit is mijn zoon Aeron.- Hancock.

Aaron, Sie sind seit dem Anfang bei mir.
Aaron, jij bent al bij mij vanaf het begin.

Und Aaron wusste, dass er sie.
En Aäron wist dat hij hen schaamte had gebracht.

Wir hatten Uns(auch) gegen Moses und Aaron Gnädig erwiesen.
Wij hebben aan Moesa en Haroen een gunst bewezen.

Und Wir bescherten ihm aus UnsererBarmherzigkeit seinen Bruder Aaron als einen Propheten.
En Wij schonken hem, door Onze barmhartigheidzijn broeder Aron als profeet en helper.

Stimmt. Hancock, das ist mein Sohn, Aaron.
Hancock. Inderdaad jongen, Hancock dit is mijn zoon Aeron.

Aaron, mit einem"A".
Aaron, met een 'A'.

Und Wir erwiesen Mose und Aaron eine Wohltat.
Wij waren ook vroeger genadig omtrent Mozes en Aäron.

Friede sei auf Moses und Aaron!
Vrede zij met Moesa en Haroen!

Der letzte Typ, Aaron?
En die laatste dan, Aron.

Kennst du Aaron?- Michel?
Michel. Kennen jullie Aeron?

Aaron, ich bin im Kopierraum.
Aaron, ik ben in de kopieerruimte.

Wir hatten Uns(auch) gegen Moses und Aaron Gnädig erwiesen.
Wij waren ook vroeger genadig omtrent Mozes en Aäron.