APFELMUS - vertaling in Nederlands

Voorbeelden van het gebruik van Apfelmus in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Apfelmus. Sie gehört mir.
Ze is van mij. Appelmoes.
Der kennt noch nich' mal den Unterschied zwischen Dünnpfiff und Apfelmus!
George kan nog geen poep van appelmoes onderscheiden!
Nicht Apfelmus! Oh.
Allemachtig. Niet Appelmoes.
Du hast Apfelmus im Gesicht.
Je zit onder de appelmoes.
Steh auf, Apfelmus!
Sta op, Appelmoes.
Benutzt wird er für Apfelmus und Babynahrung.
Ze worden toegevoegd aan limonadesiroop en aan kindertandpasta.
Vielleicht, wenn ich immer noch Apfelmus wäre.
Misschien als ik nog Appelmoes was.
Meine Waden sind wie Apfelmus!
Mijn kuiten zijn zo slap.
Spinat, Blaubeeren, Apfelmus.
Spinazie, bosbessen, appelsap.
Am liebsten isst sie Pommes und Apfelmus.
Ze is gek op patat met appelmoes.
Sie dürfen Viracept nicht mit Orangensaft, Apfelmus oder anderen säurehaltigen Flüssigkeiten
Meng de poeder niet met sinaasappelsap, appelsap of andere vloeistoffen
hängenden Apfelmus, loser Mund,
hangende appelmusculatuur, losse mond,
Patienten, die nicht in der Lage sind, die Kapseln zu schlucken, können den Kapselinhalt in einem Teelöffel Apfelmus auflösen und sofort einnehmen.
Bij patiënten die niet in staat zijn de capsules door te slikken kan de inhoud van de capsules worden uitgestrooid in een theelepel met appelmoes en onmiddellijk daarna worden ingenomen.
Auf einem Bauernmarkt Apfelmus verkaufte. Nun, Brennan sagt, dass das Opfer am Morgen bevor sie starb.
Brennan zei dat ze op een jaarmarkt was die ochtend, om haar appelmoes te verkopen.
Abend werden geöffnet und der Inhalt wird auf 100 Gramm Apfelmus oder Beerengelee gestreut.
de inhoud ervan dient over ongeveer 100 gram appelcompote of bessengelei te worden gestrooid.
Mit Apfelmus.
Met appelmoes.
Wegen Apfelmus?
Vanwege appelmoes?
Ich hasse Apfelmus.
Ik haat appelmoes.
Ich habe selbstgemachtes Apfelmus.
Ik heb appelmoes gemaakt.
Willst du Apfelmus?
Wil je wat appelmoes?
Uitslagen: 187, Tijd: 0.3708

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands