BABYSITTEN - vertaling in Nederlands

• oppassen
• babysitten
• babysit
• op passen

Voorbeelden van het gebruik van Babysitten in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Wir sollten die Zeit aufholen, nicht babysitten.
We zouden tijd moeten inhalen, niet oppassen.

fragte er, ob er babysitten muss.
hij dan moest babysitten.

Du musstest babysitten.
Je moest oppassen.

Unfassbar, dass der Boss uns babysitten schickt.
Niet te geloven dat de baas ons laat babysitten.

Ich werde babysitten.
Ik ga oppassen.

Könnten Sie babysitten, Francine?
Misschien kun jij oppassen, Francine?

Solange Stacy Andi nicht babysitten lässt.
Zolang Stacy Andi nooit laat babysitten.

Eltern am Samstag babysitten.
Mijn ouders kunnen zaterdag oppassen.

Ich wohne nebenan und kann babysitten.
Ik zal er naast wonen, zodat ik altijd kan babysitten.

Ich sollte heute babysitten.
Ze zei dat ik vanavond moest oppassen.

Sehr gern, aber ich muss babysitten bei Dr. Venkman.
Leuk, maar ik moet bij Dr. Venkman babysitten.

Babysitten? Du gehst zum Üben da hin.
Babysitten? Je gaat er oefenen.

Es war wirklich… Es war… Babysitten ist nicht so schlecht.
Echt, 't is… Oppassen is zo slecht nog niet.

Babysitten? Wie meinst du das?
Babysitten? Verrek.- Hoeveel?

Babysitten ist gefährlich.
Oppassen is gevaarlijk.

Babysitten ist keine programmierbare Fähigkeit.
Babysitten is geen geprogrammeerde vaardigheid.

Babysitten ist nicht so schlecht. -Es war wirklich… Es war….
Oppassen is zo slecht nog niet. Echt, 't is.

Du gehst zum Üben da hin. Babysitten?
Babysitten? Je gaat er oefenen?

Babysitten, während ihr die großen Sachen macht.
Oppassen terwijl jullie het belangrijke werk deden.

Sie muss Babysitten für ihre Tochter.
Ze moest babysitten voor haar dochter.