DUSCHEN - vertaling in Nederlands

• douchen
• doucheruimten

Voorbeelden van het gebruik van Duschen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Duschen macht echt Spaß, nicht? Hallo?
Douchen is erg leuk, he? Hallo?

Duschen oder baden?
Douchen of in bad?

Essen. Duschen.
Douchen, eten.

Duschen gehen. Ich werde.
Ik ga even douchen.

Schritt 4: Duschen.
Stap vier: Douchen.

Heiraten wäre wie Duschen.
trouwen hetzelfde is als douchen.

Straße. Da gibt es warmes Essen und Duschen.
Op 4th Street kun je warm eten en douchen.

Schritt vier: Duschen.
Stap vier: Douchen.

Brandstifter bezahlen Duschen und rasieren.
Zoals brandstichters afbetalen, douchen en scheren.

Surfen. Duschen.
Surfen. Douchen.

So ungefähr. Kein Duschen mehr.
Zo ongeveer wel ja, niet meer douchen.

Duschen, ich verstehe.
Dat zie ik. Douchen.

Insassenputzkolonne in die Duschen.
Onderhoud van de doucheruimte.

Lass uns ihn zu den Duschen bringen.
We brengen hem naar de doucheruimte.

Duschen, wenn die Art ihrer Tätigkeit dies erfordert;
Doucheruimten, indien de aard van hun werkzaamheden zulks vereist;

Sie duschen eher mit zwei Typen,
Je doucht met types als Jamal

Ich muss doch nicht duschen, oder?
Ik hoef toch niet te douchen, hè?

Geh mit ihr duschen, sonst gehe ich.
Neem een douche met haar of ik doe het.

Geh duschen und komm dann ins Hayworth.
Ga je douchen en kom naar het Hayworth.

Ich muss duschen.
Ik ga douchen.