FACKEL - vertaling in Nederlands

fakkel
fackel
taschenlampe
leuchtfackel
staffelstab
leuchtrakete
toorts
fackel
königskerze
torch
brenners
fackei
zaklamp
taschenlampe
lampe
fackel
licht
taucherlampe
vuurpijl
fackel
leuchtkugel
rakete
leuchtsignal
leuchtpistole
leuchtrakete
leuchtfackel
leuchtbombe
vlam
flamme
feuer
schwarm
fackel
flame
fiamme
die flamme
brennen
torch
fackel

Voorbeelden van het gebruik van Fackel in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Und die Fackel.
En een Toorts.
Jasmin ist an der Fackel.
Jasmin is bij de fakkel.
Gebt mir eine Fackel.
Kun je me een vuurpijl geven?
Universal 2000 mAh Portable Solar Ladegerät für Handy mit Fackel.
Universal 2000 mAh Portable Solar Charger voor mobiele telefoon met zaklamp.
Es ist Zeit, viel zu einfach eine Fackel zu machen.
Tijd om veel te makkelijk een toorts te maken.
Brehanna kämpft noch mit der Fackel.
Brehanna worstelt nog met haar fakkel.
Du fingst an zu leuchten wie eine Fackel, dann warst du weg.
Je begon te gloeien als een vuurpijl en viel daarna flauw.
Enter Romeo und Balthasar mit einer Fackel, Hacke,& c.
Romeo en Balthasar te gaan met een zaklamp, houweel,& c.
Nimm diesen Helm und die Fackel.
Neem deze helm en toorts.
Helft mir, eine Fackel zu bauen!
Help me een fakkel te maken!
Aber immer noch nicht die Fackel.
Maar nog steeds geen Toorts.
Und was für eine Fackel Vidar war.
En wat een fakkel was Vidar.
Isaac, hol die Fackel.
Isaac, haal de zaklamp.
Am Tag braucht man keine Fackel.
Je hebt overdag geen toorts nodig.
Gib mir eine Fackel.
Geef me een fakkel.
Indy! Die Fackel geht aus!
Indy, m'n fakkel gaat uit!
Der Kerl, der die Fackel getragen.
De kerel die de toorts draagt.
Sie kommen, wenn ich die Fackel anzünde.
Ze komen als ik de fakkel aansteek.
Der Kerl, der die Fackel getragen hat.
De kerel die de toorts draagt.
Sie haben mich gebeten, die Fackel anzuzünden.
Ze hebben me gevraagd om de fakkel aan te steken.
Uitslagen: 469, Tijd: 0.2481

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands