JEFE - vertaling in Nederlands

• jefe
• baas
• jafe
• chef

Voorbeelden van het gebruik van Jefe in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Schnappt ihn! Keine Sorge, jefe.
Grijp hem! Maak je niet druk, baas.

Es ist El Jefe.
Het is El Jefe.

Bitte, Jefe.
Alsjeblieft, baas.

Hier bin ich, Jefe.
Hier ben ik, Jefe.

Du hast uns im Stich gelassen, jefe.
Je liet ons zitten, baas.

Einen Gefallen? Nein, jefe.
Een gunst? Nee, jefe.

Wo wart ihr denn? Jefe.
Waar waren jullie? Baas.

Ich brauche noch länger jefe.
Ik heb meer tijd nodig, jefe.

Jefe. Was ist los?
Wat is er? Baas.

Sieht gut aus, Jefe.
Ziet er goed uit, Jefe.

Wir haben das im Griff, jefe.
Dit gaat ons lukken, baas.

Verstehe. Okay, jefe.
Begrepen. Oké, jefe.

Nicht so gut, Jefe.
Niet zo goed, baas.

Beeil dich, Victor. Jefe.
Vlug, Victor. Jefe.

Sie haben unsere Autos, Jefe.
Ze hebben onze wagens vernietigd, baas.

Gut, dich zu sehen, Jefe.
Goed je te zien, Jefe.

Ja, es war nur ein langer Tag, Jefe.
Ja, het was een lange dag, baas.

Gute Nacht, jefe.
Nighty-night, Jefe.

Gute Arbeit, Jefe!
Goed gedaan, baas.

Du hast uns hängen lassen, Jefe.
Je hebt ons laten zitten, jefe.