LÄUSE - vertaling in Nederlands

• luizen
• hoofdluis
• schaamluis
• luis
• verziend

Voorbeelden van het gebruik van Läuse in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Ich will keine Läuse.
Ik wil geen luizen.

Ich kann keine Läuse haben.
Ik kan geen luizen hebben.

Du kratzt dich, weil du Läuse hast.
Je krabt omdat je luizen hebt.

Können Läuse springen? Ok?
Oké, kunnen luizen springen?

Frida Johansson kennt Läuse wie die.
Frida Johansson kent dat soort luizen.

Ich hatte nie Läuse.
Ik heb nooit luizen gehad.

Dr. Masters, ich habe keine Läuse.
Dr. Masters, ik heb geen luizen.

Ok, keine Läuse.
Oké, geen luizen.

deren zwei besten Spieler Läuse haben.
hun twee beste spelers hoofdluizen hebben.

Es gibt dort Bettwanzen und Läuse.
En bedwantsen, en schaamluizen.

Lily hat Läuse aus der Schule.
Lily heeft luizen van school meegekregen.

Läuse tötenkeine großdeutschen Offiziere.
Luizen vermoorden geen nazi-officieren.

Läuse sind ansteckend.
Pietjes zijn besmettelijk.

Wenn er Läuse hat, ziehen wir einfach um.
Als hij luizen heeft, moeten we gewoon verhuizen.

Da steht drauf:"Vernichtet Läuse, Kakerlaken und anderes Ungeziefer.
Er staat: Rekent af met luizen, kakkerlakken en ander ongedierte.

Läuse waren ein Riesenproblem.
Luizen waren een groot probleem.

Läuse mögen saubere Haare.
Neten houden van schoon haar.

Nein, ich hatte Läuse.
Nee, ik had luizen.

Die Läuse können mit Hilfe von Insektiziden
De koolvlieg kan bestreden worden door koolkragen

Sie hat Läuse.
Ze heeft luizen.