MAKLER - vertaling in Nederlands

makelaar
makler
broker
immobilienmakler
agent
immobilienagentur
börsenmakler
im immobiliengeschäft
immobilienhändler
grundstücksmakler
in der immobilienbranche
agent
officer
polizist
cop
bulle
constable
wachtmeister
deputy
polizei
beamte
brokers
makler
effectenmakelaars
börsenmakler
broker
aktienhändler
realtor
makler
beurshandelaar
börsenmakler
makler
wapenmakelaar
makelaars
makler
broker
immobilienmakler
agent
immobilienagentur
börsenmakler
im immobiliengeschäft
immobilienhändler
grundstücksmakler
in der immobilienbranche
broker
makler
makelaren
makler
broker
immobilienmakler
agent
immobilienagentur
börsenmakler
im immobiliengeschäft
immobilienhändler
grundstücksmakler
in der immobilienbranche
agenten
officer
polizist
cop
bulle
constable
wachtmeister
deputy
polizei
beamte

Voorbeelden van het gebruik van Makler in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ein halbes Dutzend Makler arbeiten für mich.
Er werken zes agenten voor me.
Die Makler gaben es zu.
Hun makelaars geven het toe.
Ein Makler wurde verhaftet mit demselben Koks, das wir in Dallas gefunden haben.
Een broker was gearresteerd met dezelfde Boliviaanse coke als in Dallas.
Mein Mann Phil ist Makler.
Mijn man Phil is makelaar.
Die Makler haben mir ein Vermögen geboten.
De makelaars op 't eiland boden me een fortuin.
Aktienoptionen sind an Börsen weltweit notiert, und ihr Handel erfolgt über einen Makler.
Aandelenopties zijn genoteerd aan beurzen over de hele wereld en zijn toegankelijk via een broker.
Ich habe den Makler angerufen.
Ik heb de makelaar gebeld.
Makler, willkommen in highland glen.
Welkom makelaars in Highland Glen.
Ich habe mit einem Makler gesprochen.
Ik heb met een makelaar gesproken.
Wir sind Makler.
We zijn makelaars.
Ich hab den Makler angerufen.
Ik heb de makelaar gebeld.
Die meisten davon sind natürlich Makler.
En sommige van die mensen zullen makelaars zijn.
Sie könnten den Makler anrufen. Ja.
Ja, je kan de makelaar bellen.
Es gibt aber nicht viele farbige Makler.
Er zijn weinig gekleurde makelaars.
Ich bin der Makler.
Ik ben de makelaar.
Wir sind Makler.
Wij zijn makelaars.
Er ist noch sauer, weil er nicht unser Makler war.
Hij baalt dat hij onze makelaar niet was.
Es gibt Hunderte Makler.
Er zijn andere makelaars.
Ruf diesen Makler an.
En bel die makelaar.
Ich bin Makler von Ihnen beiden.
Ik ben zowel uw makelaars.
Uitslagen: 763, Tijd: 0.1063

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands