MALER - vertaling in Nederlands

• schilder
• kunstschilder
• kunstenaar
• beeldhouwer
• kunstenaaren
• tekenaar
• huisschilder
• schilders
• kunstenaars
• kunstschilders

Voorbeelden van het gebruik van Maler in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

Johann Fink wurde in Freiberg zum Maler ausgebildet.
Reinhold Begas werd opgeleid tot beeldhouwer in Berlijn.

Er will Maler werden.
Hij wil schilder worden.

Einmal haben beide Maler an einer Vase gearbeitet.
Beide kunstenaars werkten bij wijlen samen.

Viele Maler haben eine charakteristische Technik.
Vele schilders hebben een herkenningstechniek.

Sein Malerstudium begann er beim Lemberger Maler Franciszek Tepa.
Hij begon zijn schilderstudies bij de Lembergse kunstenaar Franciszek Tepa.

Niederländischer Maler.
Amsterdams kunstschilder.

Sein jüngerer Bruder Josef war ebenso Maler.
Zijn broer Jozef was ook beeldhouwer.

Sein Sohn Jan Spiess ist ebenfalls Maler.
Zijn zoon Theo Steeman is eveneens tekenaar.

Mein Vater ist Maler.
Mijn vader is schilder.

Sie sind angezogen wie ein Maler.
Je ging gekleed als huisschilder.

Beide erhielten bei ihrem Vater eine Ausbildung als Maler.
Beiden gingen als kunstenaars in de leer bij hun vader.

Maler machen kein Geld.
Maar schilders maken geen geld.

seine Tante Kate Bisschop-Swift waren Maler.
tante Kate Bisschop-Swift waren kunstschilders.

Ab 1952 war er freischaffender Maler und Grafiker in Nürnberg.
Vanaf 1952 was hij vrijscheppend kunstenaar en beeldhouwer in Schramberg.

Dort lernte er den Maler Robert Spies kennen.
Hier leerde hij de beeldhouwer André Willequet kennen.

Er galt auch als talentierter Maler.
Hij was ook een getalenteerd kunstschilder.

Mein Vater war Maler.
Mijn vader was schilder.

Habt ihr das mit Bjössi dem Maler gehört?
Gehoord van Bjössi, de huisschilder?

Schriftsteller, Maler, Exilanten.
Schrijvers, kunstenaars, expats.

Alle genialen Maler haben Bärte.
Geniale schilders hebben allemaal baarden.