PEST - vertaling in Nederlands

pest
seuche
plage
pestilenz
mobbt
gehasst
ärgert
schikaniert
tyrannisiert
beulenpest
pester
plaag
plage
seuche
pest
geißel
schädling
übel
epidemie
ärgere
necke
ziehe
ziekte
krankheit
erkrankung
seuche
pestilentie
pestilenz
pest
seuche
pestepidemie
pest

Voorbeelden van het gebruik van Pest in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Ihr seid ungefähr so komisch wie die Pest.
Jullie zijn zo grappig als een ziekte.
Ich kenne die Pest.
Ik ken de plaag.
Die Grauen Mönche sind Gift, eine Pest.
De Grijze Monniken zijn als vergif en de pest.
das ist echt eine Pest.
Het is echt een ziekte.
Er starb an der Pest.
Hij stierf aan de plaag.
Ich habe die Pest.
Ik heb de pest.
um sich für das Ende der Pest zu bedanken.
dank voor het einde van een ziekte.
Ein Parasit der Schöpfung. Die Pest des Universums.
Een parasiet van Creatie. De plaag van het universum.
Wir beide haben Familie an die Pest verloren.
We hebben allebei familieleden aan de pest verloren.
Wyatt ist eine Pest.
Wyatt was een plaag.
Er hat die Pest.
Hij heeft de pest.
Liegt im Schatten der Großen Pest.
Ligt in de schaduw van de grote plaag.
Du hast mich angesehen, als hätte ich die Pest.
Je bekeek me alsof ik de pest had.
Ein Parasit der Schöpfung. Die Pest des Universums.
Een parasiet in de schepping. De plaag van het heelal.
Es war nicht die Pest.
Het was niet de pest.
Du bist eine Pest.
Jij bent een plaag.
Sein Sohn starb an der Pest.
Zijn zoon stierf aan de pest.
Er ist wie die Pest.
Hij is net een plaag.
Die Juden sind die Pest.
De joden zijn de pest.
Die Pest grassiert. Ja.
Ja. De plaag heerst.
Uitslagen: 1066, Tijd: 0.1743

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands