PEST - vertaling in Duits

• Pest
• Seuche
• Plage
• Pestilenz
• mobbt
• gehasst
• ärgert
• schikaniert
• tyrannisiert
• Beulenpest
• Pester
• mache
• schikanierst

Voorbeelden van het gebruik van Pest in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits

Ik had de pest aan die machine.
Ich hab diese Maschine gehasst.

Vanavond wordt de pest verspreid vlakbij Salem.
Heute Nacht wird bei Salem eine Plage verbreitet.

Hannah had de pest niet.
Hannah hatte die Seuche nicht.

Er is een jongen die ons pest.
Da ist dieser eine Junge, der uns mobbt.

Hij zegt tot dat de pest is uitgewoed.
Er sagt, bis die Pest vorüber ist.

Seungri Byung-jae meer pest.
Seungri Byung-jae mehr schikaniert.

Hij moet worden uitgeroeid als de pest voor hij nog meer kwaad aanricht.
Bevor er weiteren Schaden anrichtet. Wie eine Pestilenz muss er ausgemerzt werden.

De pest heeft een grote tol van ons land geëist.
Die Plage hat einen schrecklichen Tribut von unserem Land genommen.

Er is geen pest op Kreta.
Auf Kreta gibt es keine Seuche.

Aan je stomme kikker had ik ook de pest.
Ich habe deinen dummen Frosch auch gehasst.

Een grote blanke knul pest m'n zoon.
Ein großer, weißer Junge mobbt meinen Sohn.

Nee, je hebt de pest niet.
Nein, du hast nicht die Pest.

Als iemand me pest.
Wenn mich jemand ärgert.

Ik ben heel erg boos omdat iemand je pest.
Weil dich jemand schikaniert. Ich bin sehr, sehr wütend.

Bobby pest me al 'n jaar.
Bobby tyrannisiert mich schon das ganze Jahr.

Namens Frankrijk, verontschuldig ik mij… voor de Pest, hongersnood en religiegeweld.
Im Auftrag Frankreichs würde ich mich gern entschuldigen, für die Plage, Hungersnot und religiöse Gewalt.

Ja, eerst doodde hij meer mensen dan de pest.
Ja, anfangs hat er mehr Leute getötet als die Beulenpest.

Het land van Roanoke was vervloekt… door de Ruiter van de Pest.
Das Land Roanoke wurde verflucht von dem Reiter der Pestilenz.

Ik ben immuun. De pest.
Ich bin immun. Die Seuche.

Vroeger had ik de pest aan papierwerk.
Früher habe ich diesen Papierkram gehasst.