Voorbeelden van het gebruik van Piper in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Ihr Piper Heidsieck.
Een Piper Heidsieck.Er sagt, Piper Heidsiek Jahrgang 2002.
Dat het Piper Heidsieck 2002 moest zijn.Pfeffer der Gattung„Piper“; getrocknet
Peper van het geslacht„Piper”; gedroogd,Piper studierte an der Jagiellonen-Universität in Krakau
Stańczyk studeerde rechten aan de Jagiellonische UniversiteitUnter denen, warten auch Rob Piper(26) und Liza van Gelderen 23.
Tussen de wachtenden bevinden zich ook Rob Pijper(26) en Liza van Gelderen 23.Erzählt Piper, dass ich mich bemühe.
Zeg tegen Piper dat ik sociaal ben.Piper vor Paula Coles Auftritt zum Essen einladen.
Ik wilde met Piper dineren voor het optreden van Paula Cole.Sag Piper, dass Onkel Dan sie sprechen will,?
Zeg je tegen Piper dat m'n oom Dan haar wil spreken?Piper herumzufahren ist lästig,
Met Piper rondrijden kan vervelend zijn,Piper, mich. Eine Lüge, die uns immer noch alle bedroht.
Tegen Piper en mij. Die leugen bedreigt ons nog steeds.Du musst es Piper erzählen.
Jij moet het Piper vertellen.Sag Piper, dass Onkel Dan sie sprechen will, ok?
Zeg je tegen Piper dat m'n oom Dan haar wil spreken?Und Piper?
En van Piper?Sollten wir's Piper sagen?
Moeten we het aan Piper vertellen?Weil wir jetzt ok sind, Piper und ich.
Omdat het goedgaat met Piper en mij.Ich wollte nur Piper vor Paula Coles Auftritt zum Essen einladen.
Ik wilde met Piper dineren voor het optreden van Paula Cole.Piper, du musst nach Hause.
Ga nou naar huis.Du kannst Piper nicht sterben lassen.
Du infizierst Piper und Prue, ich bringe dann Phoebe zurück.
Begin met Piper en Prue. Ik breng Phoebe thuis.Besonders nicht Piper.
Helemaal niet bij Piper.
