Voorbeelden van het gebruik van Skypen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Da bin ich mit Emily zum Skypen verabredet. Und vorher muss ich noch die Kamera in meinem Büro installieren.
Emily en ik gaan skypen om vier uur en ik moet de camera nog installeren.Dann müssten wir uns nicht jeden zweiten Sonntag voneinander verabschieden und nicht mehr skypen.
Dan hoeven we niet elke zondagavond afscheid van elkaar Weil wir nur skypen?
Dann skypen wir eben.
Weet je wat, we Skypen.Wir könnten mit ihr skypen.
Kunnen we niet met haar Skypen?Wir skypen nach der Landung.
We skypen na de landing.Ich wünschte, Affen könnten skypen.
Ik wou dat aapjes konden Skypen.Wir skypen gleich mit deinem Dad!
We moeten je vader skypen!Sieh an, wir skypen.
Kijk, we zitten op Skype.Wir wollten später skypen. Yes! Du.
Zeg… We wilden later skypen.Ich muss heute mit Leslie wegen des Inventars skypen.
Ik moet deze ochtend met Leslie skypen… zodat we de voorraad na kunnen kijken.Können wir denn nicht einfach skypen?
Kunnen we niet gewoon via skype praten?Sie skypen mit ihren Familien einige Male pro Woche.
Ze skypen een paar keer per week met hun familie.Wir skypen… mit einem gutaussehenden,
We skypen… met een knappe,Sie skypen aus Indien und arbeiten für 3 Dollar am Tag.
Soll ich einen Laptop organisieren, damit Sie skypen können?
Zal ik een laptop regelen zodat je met ze kunt Skypen?Amy und ich skypen das Rätsel jede Woche.
Amy en ik Skypen de puzzel elke week en sturen u dan onze Sunday Times.Wir skypen in zwei Stunden.
We skypen over twee uur.Ich musste für den Fantasy Football League Draft skypen.
Dus moest ik skypen voor mijn fantasie football league draft.Wie telefonieren, skypen und simsen oft.
We praten, Skypen en sms'en zoveel mogelijk.
