Voorbeelden van het gebruik van Steen in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Medienanfragen sind an Herrn Michael Steen unter +49 69 1344 7457 oder Herrn Stefan Ruhkamp unter +49 69 1344 5057 zu richten.
Voor mediavragen kunt u contact opnemen met Michael Steen op +49 69 1344 7457 of Stefan Ruhkamp op +49 69 1344 5057.Gründer-Konservator des Museums„Steen“ und einer der wichtigsten Förderer der neugotischen Kunst in Belgien.
stichter-conservator van het Museum “Steen” en een van de voornaamste promotoren van de neogotische kunst in België.Herr Dirk STEEN R.
De heer Dirk STEEN R.Herr Dirk STEEN R.
De heer Dirk STEEN Reg.Herr STEEN.
De heer STEEN.Warten Sie! Mister Steens!
Herr VAN STEEN und Herr TACCOEN.
de heren VAN STEEN en TACCOEN.Steen, hör auf.
Steen, stop.Hallo, Steen. -Hallo.
Hallo.-Hallo, Steen.Steen? Ist da jemand?
Is daar iemand? Steen?Mach weiter, Steen!
Ga door, Steen.Wurde erschossen. Amanda Steen.
Amanda Steen… werd neergeschoten… van voren.Und das war Steen Rasmussen.
Dat was Steen Rasmussen.Sorry, Steen. Aber es stimmt.
Sorry, Steen, maar zo is het wel.Guten Morgen, Steen. -Guten Morgen.
Goeiemorgen. Goeiemorgen, Steen.Steh auf. Was meinst du, Steen?
Sta op. Wat vind jij, Steen?Steen lebte seit 1973 in Carrara Italien.
Sinds 1976 woonde hij in Carrara in Italië.(en) Knut Steen.Jan Steen ist mit dem Ölgemälde Das Bohnenfest vertreten.
Jan Steen heeft dit weergegeven in het schilderij Het Driekoningenfeest.Auf dem Beifahrersitz saß Julius Steen. Ich saß am Steuer.
Naast me zat Julius Steen.Bist du heute mit dem Auto da, Steen?
Ben je hier met de auto, Steen?
