Voorbeelden van het gebruik van Steen in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je steen, je tekeningen.
Plaats alsjeblieft de steen in de kroon.
Hoe kun je? Steen, dat meen je niet?
De steen is op Vormir. Vormir.
Onder welke steen heb je verborgen?
Een vredesoffer. Je weet dat ik een steen ben.
De steen werd opgericht door vriendinnen.
Elke steen, elke man, is het levende bewijs… van wat we hebben. elk onderdeel.
Een steen door de ruit?
Ivory, jij en Steen, jullie moeten wegdraaien.
De steen heeft me naar de portaal geleid.
Ik gooi 'n steen om hem af te leiden.- En die wachter?
Iemand gooide een steen door het raam met een briefje.
Met deze steen zal ik mijn kerk bouwen.
Je bent 'n steen.
JT, de steen die Vincent beheerst van beasting out,
Waarom hebt u een steen op een leeg graf gezet?
Steen, hou nou op.
We hebben de steen en de verfpot.
De steen heeft me naar het portaal geleid.