WOHNHEIM - vertaling in Nederlands

slaapzaal
schlafsaal
wohnheim
zimmer
schlafraum
studentenwohnheim
gesinderaum
schlafbaracke
studentenhuis
wohnheim
studentenwohnheim
verbindungshaus
schlafsaal
studentenverbindung
schwesternschaftshaus
verbindung
studentenbude
wohnheimzimmer
campus
uni
wohnheim
rechenzentrumscampus
schulgelände
kampus
hauptcampus
kamer
zimmer
raum
kammer
büro
schlafzimmer
quartier
hof
studentenflat
wohnheim
studentenbude
studentenkamer
zimmer
studentenwohnung
studentenbude
studentenzimmer
studentenwohnheim
wohnheim
studentenheim
schlafsaal
huis
haus
zuhause
wohnung
heim
heimat
startseite
slaapzalen
schlafsaal
wohnheim
zimmer
schlafraum
studentenwohnheim
gesinderaum
schlafbaracke
arbeiderspension

Voorbeelden van het gebruik van Wohnheim in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Nein, im Wohnheim.
Nee, in 't arbeiderspension.
Mann, Ich liebe es wieder in einem Wohnheim zu sein.
Man, Ik hou ervan terug te zijn in een studentenhuis.
Geh in dein Wohnheim.
Ga terug naar je slaapzaal.
Northrop House.- Das war mein Wohnheim.
Northrop House? Dat was mijn studentenflat.
Selten bei uns im Wohnheim.
Erg zeldzaam bij mij op de kamer.
Zum Wohnheim Ihrer Tochter.- Nein!
Dit zijn de sleutels voor je dochter's studentenkamer.- Nee!
Wir nähern uns dem Wohnheim vom Ogong aus.
We naderen de campus vanaf de Ogong.
Und leben Sie im Wohnheim.
En wonen jullie maar in julie arbeiderspension.
In unserer Herberge haben wir eine Wahl, entweder Wohnheim oder einem privaten Raum.
In ons hostel hebben we een keuze van een slaapzaal of een privé kamer.
Zak aus meinem Wohnheim.
Hij woont in mijn studentenhuis.
Sie hätten ihn im Wohnheim sehen sollen. Meine Güte.
Je had hem moeten zien in de studentenflat. Mijn god.
Was zum Teufel machst du hier in meinem Wohnheim, Katherine?
Wat doe je in mijn kamer, Katherine?
Ja, ich kann in ihrem Wohnheim schlafen. Das ist cool.
Ja, ze zei dat we op haar studentenkamer kunnen blijven, cool.
Erstlinge schlafen also in diesem Wohnheim.
Eerste jaars leven in deze slaapzalen.
Unser Wohnheim, du blöder Kommunist!
Dit is onze campus, achterlijke communist!
Vierbettzimmer und Wohnheim Roms, alle mit eigenem Bad.
verviervoudigd en slaapzaal roms, allemaal met eigen badkamer.
In einem Zimmer in einem Wohnheim.
In een kamer in een studentenhuis.
Ich sehe, wir wohnen in einem Wohnheim.
Ik zie dat we in een studentenflat wonen.
Ich lasse es rahmen und bringe es dir ins Wohnheim.
Ik lijst hem in en breng hem naar je kamer.
Wir werden uns das Wohnheim ansehen.
We gaan de slaapzalen bekijken.
Uitslagen: 263, Tijd: 0.1413

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands