Voorbeelden van het gebruik van Bible study in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Starting tomorrow you will take Clémence to Bible study.
Voortaan breng je Clémence naar de kerk naar catechisatie.Who? Kelly from Bible Study.
It's just, um, Grace wants to go to a Bible study.
Maar Grace wil naar een Godsdienstles.I have Bible study at 9:00.
Om 9 uur heb ik bijbelgroep.What happens when I request a Bible study?
Wat gebeurt er als ik een Bijbelcursus aanvraag?We're running away from Bible study like a couple of devil worshipers.
We vluchten van een Bijbelbijeenkomst net alsof we duivel aanbidders zijn.I want to go to Bible study.
Ik wil naar Bijbel studie.Come here for Bible study.
Ik kom voor bijbelstudie.Sorry. Um, I want to go to Bible study. What?
Pardon, wat? Ik wil naar Godsdienstles.Her place, for Bible study.
Naar haar huis, voor catechisatie.I'm heading to church for Bible study.
Ik ga naar We're going to bible study.
We gaan naar 'n bijbelgroep.Going to her first Bible study.
Ik ga naar haar eerste bijbelbijeenkomst.You want to go to a Bible study?
Je wilt naar Bijbel studie?It was during Bible study.
Dat was tijdens bijbelstudie.Sorry. What? Um, I want to go to Bible study.
Pardon, wat? Ik wil naar Godsdienstles.I don't wanna go to Bible study.
Ik wil niet naar 'n bijbelgroep.Grace wants to go to a Bible study.
Grace wil naar een Bijbel studie.Enjoy Bible study.
Geniet van je Bijbelstudie.What? Sorry. Um, I want to go to Bible study.
Pardon, wat? Ik wil naar Godsdienstles.
