I LIKE TO TALK - vertaling in Nederlands

• ik praat graag
• ik hou van praten

Voorbeelden van het gebruik van I like to talk in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

I like to talk, but I want my words to be heard the way I speak them.
Ik praat graag, maar ik wil wel dat ik gehoord word als ik iets zeg.

Hi, I'm Camilla, I like to talk and have fun with my toys.
Hoi, ik ben Camilla, ik hou van praten en plezier hebben met mijn speelgoed.

I like Zidane I like to talk and I like Psy 4 de la Rime's videos.
Ik mag Zidane. Ik praat graag en ik hou van de muziekclips van Psy 4 de la Rime.

I like to talk, going out eating,
Ik hou van praten, uitgaan eten,

I like to talk about feelings, and how we're in love, but can't be together.
Ik praat graag over gevoelens en geliefden die niet samen kunnen zijn.

I'm peaceful, I like to talk.
ik ben rustig, ik hou van praten.

Trabajo', tierra' and'techo'. I like to talk about the three T's.
Tierra' en'techo'. trabajo', Ik praat graag over de drie T's.

I like to talk about the three T's: tierra' and'techo. trabajo'.
Tierra' en'techo'. trabajo', Ik praat graag over de drie T's.

I like to talk about your bliss as"the thing you can't do.
Ik spreek het liefst over jou'geluk' als dat wat je niet mag laten.

To people who are ready. I like to talk about things I care about.
Tegen mensen die er klaar voor zijn. Ik praat liever over de dingen die me bezighouden.

I mean, you like to take action, and I like to talk things through.
Ik bedoel, jij houdt ervan in actie te komen, en ik bespreek graag de dingen.

I am genuinely interested in a lot of different things. I was involved in youth politics back in Luxembourg that is because I like to talk about the future, I also took part in business competitions and liked them a lot.
Maar ik ben geïnteresseerd in veel verschillende dingen. In Limburg zat ik in een politieke jongerenorganisatie, omdat ik graag praat over de toekomst. Ik deed ook mee aan ondernemerswedstrijden. Dat vond ik heel leuk.

I like to talk.
Ik praat liever.

I like to talk after.
Ik zou achteraf willen praten.

I like to talk about it.
Ik praat er graag over.

I like to talk too. Wait.
Ik wil ook praten. Wacht.

Wait. I like to talk too.
Ik wil ook praten. Wacht.

I like to talk about her sometimes.
Ik vind het fijn soms over haar te praten.

It's not something I like to talk about.
Het is iets waar ik niet graag over praat.

I'm lonely, and I like to talk too.
Ik ben eenzaam en ik praat ook graag.