TALK - vertaling in Nederlands

• praten
• spreken
• talk
• gesprek
• zeggen
• sprake
• lezing
• hebben
• overleg
• praat
• gepraat
• gesproken
• spreek
• spreekt
• zeg
• praatte
• gesprekken
• zegt

Voorbeelden van het gebruik van Talk in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

We talk about you, then. Smart boy.
Slimme jongen. Dan hebben we het wel over jou.

Can you talk about what happened after breakfast?
Kunt u zeggen wat er gebeurde na het ontbijt?

We had the talk three days ago.
We hadden het gesprek drie dagen geleden.

Straight talk, straight talk makes plenty sense to me.
Straight talk, straight talk is logisch voor mij.

I have to talk to Malcolm Bright!
Ik moet Malcolm Bright spreken.

I gotta talk to you. Please.
Alstublieft. Ik moet met u praten.

Talk to your paediatrician about the use of toothpaste.
Overleg met uw consultatiebureau-arts over het gebruik van tandpasta.

There would be talk of betrayal, second Reformation.
Er zou sprake zijn van verraad, een tweede Reformatie.

My talk might even be out of this world.
Mijn lezing kan buitenaards zijn.

Your dr. Meinheimer can talk all he wants to.
Meinheimer kan zeggen wat ie wil.

You talk about philosophy and shit all the time.
Jullie hebben het zovaak over filosofie.

Am I the talk of the village?
Ben ik het gesprek van het dorp?

Here. Town Talk.
Hier. Town Talk.

You could talk their language.
Je kunt hun taal spreken.

You and your smart talk.
U en uw slimme praten.

Talk with your interpreters and give them feedback.
Overleg met uw tolken en geef hen feedback.

Drinking. There was some talk of him being rusticated.
Drinken. Er was sprake van hem te schorsen.

This talk isn't like you.
Deze lezing is niet zoals jij.

I couldn't talk when Miles was here.
Ik kon niks zeggen toen Miles hier was.

We will talk about that later. Come on.
Kom. Daar hebben we 't later over.