MAKE A PHONE CALL - vertaling in Nederlands

• bellen
• telefoneren
• een telefoontje plegen
• maak een telefoontje
• bel
• belt
• pleeg een telefoontje
• een telefoontje zouden doen

Voorbeelden van het gebruik van Make a phone call in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

I'm gonna stay here and make a phone call, okay?
Ik blijf hier en ga bellen, oké?

I'm just gonna make a phone call.
Ik ga wel even telefoneren.

Can't. Gotta make a phone call.
Kan niet ik moet telefoneren.

I just gotta make a phone call.
Ik moet even bellen.

Not until I can make a phone call.
Niet totdat ik mag telefoneren.

I just have to make a phone call, babe.
Ik moet heel even bellen, liefje.

I gotta make a phone call.
Ik moet telefoneren.

Pim, I gotta make a phone call.
Pim, ik moet telefoneren.

Oh, Jesus, I have to make a phone call.
Oh, Jezus, ik moet telefoneren.

She's not gonna let us make a phone call.
Ze zal ons niet laten telefoneren.

I wanna make a phone call.
Ik wil telefoneren.

I have to make a phone call, so.
Ik moet een telefoontje plegen, dus.

Every time you make a phone call, someone dies in Hakata.
Steeds als jij een telefoontje pleegt, sterft er iemand in Hakata.

But everytime you make a phone call, it's gonna cost you something.
Maar elke keer dat je telefoneert, zal het je iets kosten.

You're gonna peel for me everytime you make a phone call.
Elke keer wanneer je telefoneert trek je iets voor me uit.

You make a phone call, it's done.
Je pleegt een telefoontje en het is klaar.

Excuse me, can I make a phone call?
Mag ik 'n telefoontje plegen?

He had to make a phone call to Japan.
Hij moest een telefoontje plegen naar Japan.

After he confessed to us, I saw my father make a phone call.
Nadat mijn vader bekende, belde hij iemand.

Excuse me, I have to make a phone call.
Ik moet even een telefoontje plegen.