SAY THE WORD - vertaling in Nederlands

• zeg het woord
• spreek het woord
• het woord zeggen
• zegt het woord
• zeggen het woord
• je te kikken

Voorbeelden van het gebruik van Say the word in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

You want it to stop, just say the word.
Je wilt dat het stopt, zeg het woord.

I say the word, you're supposed to stop.
Als ik het woord zegt, dan moet je stoppen.

You can say the word, professor.
Je kan het woord zeggen, professor.

Actually, I have to say the word. It's very important.
Je moet het woord zeggen, dat is belangrijk.

If I say the word, then people think it's the beep.
Als ik het woord zeg dan denken de mensen dat het de piep is.

Say the word and I stop.
Zeg 't woord en ik stop.

If you say the word, it's not there anymore.
Als je het woord zegt, is het er niet meer.

Soon as you say the word, you will have your turn.
Zodra je het woord zegt, is het jouw beurt.

Say the word"bureaucracy" if Harry's in earshot.
Zeg 't woord'bureaucratie' als Harry meeluistert.

I actually have to say the word.
Je moet het woord zeggen, dat is belangrijk.

He has to say the word.
Hij moet het woord zeggen.

A loaded weapon that goes off when you say the word.
Een geladen wapen dat afgaat als je het woord zegt.

Is say the word.
Is het woord zeggen.

All you have to do is say the word.
Het enige dat je hoeft te doen, is het woord zeggen.

you just say the word.
moet je het woord zeggen.

I can't even say the word… Really?
Echt? Ik kan niet eens het woord zeggen.

When I say the word, fight!
Vecht als ik het woord zeg.

Really? I can't even say the word.
Echt? Ik kan niet eens het woord zeggen.

You just say the word.
Als u het woord zegt.

If you just say the word--.
Als u het woord zegt.