TO GET WARM - vertaling in Nederlands

[tə get wɔːm]
[tə get wɔːm]
om warm te worden
to get warm
warm krijgen
get warm
get all hot
om het warm te krijgen
even opwarmen

Voorbeelden van het gebruik van To get warm in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
I just need to get warm.
Ik moet alleen warm worden.
Keep talking. My… My legs are… are just starting to get warm.
Blijf praten. Mijn benen… beginnen warm te worden.
Just need to get warm.
Moeten gewoon warm worden.
I just need to get warm.
Ik moet gewoon warm worden.
Never have I ever… rested my hands down my pants to get warm.
Nooit heb ik ooit mijn handen in mijn broek laten rusten om warm te worden.
I don't think this kid was even in it long enough to get warm.
Dit kind lag niet lang genoeg in de couveuse om warm te worden.
For both groups, it was down the mountain to the delicious chocolate with rum and a drink to get warm and to keep the muscles.
Voor beide groepen was het onderaan de berg lekker aan de chocomel met rum en een borrel om warm te worden en de spieren soepel te houden.
Place directly on sensitive body parts or use it to get warm in bed.
Plaats direct op gevoelige lichaamsdelen of gebruik het om lekker warm te krijgen onder dekens en beddengoed.
By the afternoon it began to get warm and the wind decreased slightly in strength.
Tegen het middag uur begon het lekker warm te worden en de wind nam iets in kracht af.
She just likes to have three guys'cause it takes her a while to get warmed up. She's cool.
Ze is tof. Ze wil drie mannen omdat ze langzaam warm wordt.
I can't seem to get warm.
Het lijkt dat ik niet warm kan worden.
I just can't seem to get warm.
Ik krijg het maar niet warm.
L-I just came in to get warm.
Ik kwam me alleen even opwarmen. Helemaal niks.
I have to get warm, I'm freezing.
Ik moet warm worden, ik heb het koud.
He let me wear his scarf to get warm.
Ik mocht zijn trui dragen om warm te worden.
Now you are going to get warm soup to eat.
Nu krijg je warme soep te eten.
We would have to get warm in the bed together.
Moeten we mekaar warm maken in bed.
No, I just… I just want to get warm.
Nee, ik wil me alleen opwarmen.
During the winter, struggling to get warm.
Wie het tijdens de winter niet warm kon krijgen.
I want you to get warm, all right?
Ik wil dat je om warm te worden, oke?
Uitslagen: 3415, Tijd: 0.0521

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands