Voorbeelden van het gebruik van Where's the kid in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Don't know. Where's the kid?
Kinderjuf? Waar is het kind?What kid? Where's the kid?!
Welke Where's the kid? Look at this?
Kijk hier eens.- Waar is dat joch?Where's the kid? Must be a mistake.
Waar is de jongen? Het moet 'n vergissing Where's the kid? What?
Waar is het kind? Wat?Still funny. So where's the kid this weekend?
Nog steeds grappig. Waar is de knul dit weekend?Where's the kid?!
Waar is de jongen?So where's the kid? Sorry.
En waar is het kind? Sorry.Where's the kid?! What kid? .
Waar is de knul? Welke Where's the kid? That's who I wanna meet.
Waar is de jongen? Die wil ik ontmoeten.Where's the kid? Wide awake!
Waar is het kind? Klaarwakker!Where's the kid? I had him?
Ik had hem. Waar is de jongen?Where's the kid? Seatbelt?
Gordel. Waar is het kind?Where's the kid that did this?
Waar is de jongen die dit deed?Where's the kid? mrs. wong's?
Bij mevrouw Wong. Waar is het kind?Where's the kid? Seatbelt.
Waar is het kind? Gordel.Or worse. Where's the kid that did this?
Of nog erger. Waar is de jongen die dit deed?Sleeping. Where's the kid?
Slapen, waar is het kind?Tell me something, John. Where's the kid?
Vertel eens, John… waar is de jongen?
