KID - vertaling in Nederlands

• kind
• jongen
• knul
• kid
• joch
• jochie
• klein
• jong
• meid
• knaap

Voorbeelden van het gebruik van Kid in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

When I was a kid, I almost drowned there.
Toen ik klein was… verdronk ik er bijna.

Kid Flash on the bar for Steven?
Kid Flash op de bar voor Steven?

Kid down the street did it for me. No.
Een joch op straat deed het voor me.- Nee.

He's great kid and you're an amazing mom.
Hij is een fijne knul en jij bent een geweldige moeder.

He's just a kid, Silvia.
Hij is maar een jongen, Silvia.

I killed the wife and the kid.
Ik vermoordde 'n vrouw en 'n kind.

All right, kid, take your time.
Oké meid, neem je tijd.

Elaine… nice kid but she snores.
Elaine… leuk jochie maar ze snurkt.

When I was a kid, I loved playing games.
Wanneer ik klein was, hield ik van spelletjes spelen.

Yellow Kid to Dog Patch Red.
Yellow Kid aan Dog Patch Red.

This kid is a thief?
Is dit joch een dief?

We have a kid sister in Seattle.
We hebben een jong zusje in Seattle.

Kid, my car's in Primrose.
Knul, mijn auto staat in Primrose.

He was a plumb-daisy of a kid.
Hij is een schat van een jongen.

He's the father of my kid.
Hij is de vader van m'n kind.

Kid from Detroit.
Die knaap uit Detroit.

Kid, this is not a good time.
Jochie, dit is niet 't goede moment.

That kid needs me to stay alive.
Die meid heeft me nodig om te blijven leven.

Me and the kid are like shoes and socks.
Ik en het joch zijn als schoenen en sokken.

Hamad was still a kid when his father died.
Hamad was nog jong toen zijn vader stierf.