CHIER - vertaling in Nederlands

• schijten
• kwaad
• poepen
• pissig
• kakken
• het poepen
• schijt
• schijten zijn
• te kloten
• het kakken

Voorbeelden van het gebruik van Chier in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

Et te chier sur la tête.
En op je hoofd poepen.

n'a fait chier personne.
en hij heeft niemand kwaad gemaakt.

Tu as toujours été bon à faire chier les gens.
Je bent altijd al goed geweest in mensen pissig maken.

On ne fait pas chier Wal-Mart.
Ga niet lopen fucken met Walmart.

J'adore chier dans des toilettes sans lunette dessus.
Ik schijt graag in een wc zonder bril.

T'es en train de chier?
Ben je aan het kakken?

Désolé de ne pas pouvoir chier comme Bono.
Sorry dat ik niet kan poepen als Bono.

Elle m'a fait chier toute la semaine.
Ze maakt me de hele week al kwaad.

Je pourrais pas tuer quelqu'un sauf s'il me faisait chier.
Ik zou 't alleen doen als ze me pissig maken.

Tout ce qu'il fait, c'est pisser et chier.
Die aap pist en schijt alleen maar.

Je suis pas en train de chier!
Ik ben niet aan het kakken!

Ils vont chier partout?
Gaan ze overal poepen?

Bon, maintenant vous essayez juste de me faire chier.
Oké, nu probeer je me gewoon kwaad te maken.

Mais certains aiment me voir chier.
Sommigen kijken als ik schijt.

Tu dois bien chier quelque part.
Je moet toch ergens poepen.

Qui as-tu fait chier?
Wie heb jij kwaad gemaakt?

Et le roi Egbert doit chier!
En koning Egbert moet poepen.

Maintenant, cette partie va vous faire chier.
Nu, dit gedeelte zal je kwaad maken.

Nous seuls pouvons chier dedans.
Alleen wij mogen er poepen.

Qui tu as fait chier?
Wie hebt je kwaad gemaakt?