TOBIAS - vertaling in Nederlands

Voorbeelden van het gebruik van Tobias in het Frans en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Computer category close
  • Programming category close
Voici un documentaire surprenant et léger sur Ylva et Tobias, deux enfants norvégiens qui gagnent un peu d'argent de poche en travaillant dans les mines de poisson au Nord du pays.
Tongue cutters is een verrassende, lichte documentaire over Tobias en Ylva, twee Noorse kinderen die een centje bijverdienen in de vismijnen van het Noorden.
tu mets Tobias dans la cage, et le temps qu'ils comprennent
zet Tobias in de kooi… en tegen de tijd dat ze beseffen
Tobias Sternberg se décrit comme un passionné du collage,
Tobias Sternberg beschrijft zichzelf als iemand met een passie voor de collage
la chanson qui met la vie rubrica Tobias insiste sur Jérusalem
het leven rubrica zet Tobias dringt Jeruzalem
commente Tobias Wasmuht, directeur général de Spar International.
zegt Tobias Wasmuht, algemeen directeur van Spar International.
réalisée avec l'aide de Tobias Schorr, mais elle date des anneés 1991-1994,
gemaakt met de hulp van Tobias Schorr, maar ze dateert van de jaren 1991-1994,
De reis van Tobias(roman, 1947)
De reis van Tobias(roman, 1947) Het park der poëzie(1947)
Tobias a eu la chance d'avoir la chance de lecture pour un doctorat en mathématiques à l'Université de l'Indiana,
Tobias was een geluk dat de kans op het winnen van een lezing Doctoraten in de wiskunde aan de universiteit van Indiana,
Tobias a appelé.
Tobias heeft gebeld.
C'est Tobias.
Het is Tobias.
Voici Tobias Beecher.
Dit is Tobias Beecher.
Steve Tobias?
Zei u Steve Tobias?
Tobias, arrête.
Tobias, stop ermee.
Président M. Tobias BILLSTRÖM.
Voorzitter Tobias BILLSTRÖM.
Je suis Tobias Campbell.
Ik ben Tobias Campbell.
Tobias a raison.
Tobias heeft gelijk.
Mon nom est Tobias.
Ik heet Tobias.
Je suis avec Tobias.
Ik ben hier met Tobias.
Dis la vérité, Tobias.
Vertel de waarheid, Tobias.
Tobias est parti?
Is Tobias vertrokken?
Uitslagen: 494, Tijd: 0.0452

Top woordenboek queries

Frans - Nederlands