Voorbeelden van het gebruik van Aai in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hier, aai me.
Aai hem en je hebt een vriend voor altijd.
Aai de dolfijn. Ja, daar gaan we.
Geef hem een aai van mij.
Aai, Ik was het bijna vergeten.
Aai het vogeltje, jij grote baby!
Aai mijn zwarte haan!
Aai aan dat pauwtje.
Aai alsjeblieft m'n buikje.
De Aai Aai mutsen worden gemaakt uit soepele rekbare jersey in verschillende kleuren.
Aai mijn muizenhaar niet.
Ik aai hem.
Aai hem.
Aai je niet over m'n nek?
Aai de hond.
Aai Tubro, daar knap je van op.
Ik aai hun achterpoten.
Aai jij haar nu.
Ik wilde je een aai over je bol geven.
Aai jij haar nu.