Voorbeelden van het gebruik van Beth in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Het spijt me dat te horen, Beth.
We hebben vlees gekocht om bouillon voor Beth te maken.
Beth en Jessica.
Ik vlucht niet meer, Mary Beth.
Beth, wil jij het doen?
Ik vlucht niet meer, Mary Beth.
Beth, ben jij ok?
Mijn meisjes. Mijn lieve Beth.
Beth is echt.
Jo, Beth en Amy.
Vooruit, ga weg.- Beth, ga daar weg!
Ed en Beth.
We kunnen al vechtend terug weg.- Beth.
Dat was voor balletfixer Beth Pearson opdook.
Ik ben het, Grubb.-Hoi.-Beth!
Hij is voor het laatst gezien met Beth Dennis… verblijfplaats onbekend'.
Dat doet Beth wel.
Ik denk niet dat Beth het waard is.
Kijk eens, Beth.
Wegwezen, Beth.