Voorbeelden van het gebruik van Del in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Vreemd virus dat Del Banco je heeft gegeven.
Del Taak Verwijderen.
Ja. Del Posto zat die avond vol.
Del Bewerken Alles selecteren.
Net als Del. Dik, luid.
Del. Ik ga ervandoor.
Ik heb Del dat nooit verteld.
Ze is echt een del.
Ze was een del.
Je vergeet alleen dat ik geen domme del ben.
Sorry, je bent geen del.
En dan lekker een steak. Del Frisco's. Ik trakteer.
Bargoens of denigrerend: del, wijf.
Miss Del.
Je bent verliefd op Del.
Pa, wat is een del?
De hoofdplaats is Del Rio.
Door de gemeente stromen de rivieren Río Grande en de Río del Valle.
Dat heb ik Del nooit verteld.
Denkt u dat dat werd gedaan door degene die Moeder Thomas betrapte in de del?