Voorbeelden van het gebruik van Druiven in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Je had me de druiven kunnen geven.
Appel of druiven?
Ik ben gek op druiven.
Ik weet niet wat druiven zijn.
Ontmoet me bij de druiven.
Ik wilde druiven.
Pa is dol op football en druiven.
Mag ik de druiven stampen?
Tussen druiven, Rijn en glooiende heuvels.
En aardbeien, niet druiven.
De goede soort… Met druiven.
Ik haat druiven.
Heb jij de druiven gezien?
Weet u eigenlijk hoe de boeren de druiven eten?
Ik eet de druiven.
Heb je al die druiven opgegeten?
Baby's houden van druiven.
Ze at zo veel druiven.
Ik houd van druiven.
Hier hebben we wat bevroren druiven.