Voorbeelden van het gebruik van Duke in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Oké. Ik ben de moeder van Duke. Dag.
Zal Duke het eten van Max te maken krijgen,
Duke Ellington of Louis Armstrong.
Ik heb niks met de Duke te maken.
Kyle Montrose en Duke Dalliel?
Ik ben Duke Tango.
Ik ben het, Duke.
Ik voel de Duke in me.
Yo, yo, yo, Duke Dick in het vaderpijphuis.
Lk ben Duke.
Max en Duke.
Ik, Duke Santos?
Duke, het is tijd om te gaan!
Duke, Miss Scarlet is er.
Duke, Paulie, waar zijn jullie?
Heeft Duke je ooit over mij verteld?
Duke, wat heb je?
Hij sloeg Duke in de crypte met een kandelaar.
Duke, dit is Woody.
Duke, waar is Will?