Voorbeelden van het gebruik van Duke in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Duke, je kwelling is voorbij.
Duke, alsjeblieft!
Duke, Please!Duke, we moeten naar jouw huis!
Duke, we gotta go to your house!Duke, misschien moeten we gaan.
Duke, maybe we shoyld go.Duke, vond onze verloren bal. Mijn God!
My gosh! Duke found our lost ball!Duke, misschien moeten we gaan.
Duke, maybe we should go.Duke was een half uur geleden hier.
Duke was in here about half an hour ago.Duke was hier een half uur geleden.
Duke was in here about half an hour ago.Duke, ik weet dat je kwaad op me bent.
Duke, I know you're mad at me.Duke, waar gaat dit over?
Duke, what is this about?Duke, wat heb ik gedaan?
Duke, what did I do?Duke, we moeten even bij Liam kijken.
Duke, I think we should check on Liam.Duke en ik hebben een goed leven.
Duke and I have a good life.Duke, hoe is het? Hoi, Amanda.
Duke, how's it hanging? Hi, Amanda.Jij bent een Duke meisje, hè?
You're a Duke girl, huh?Ik dump Duke en jij verlaat Fats, bedoel je?
And you would leave Fats, I dump Duke,?Ik had op Duke gewed. Atlantic City.
Atlantic City. Had money on the Duke game.Duke, zeg die woorden niet.
Duke, don't say those words.Duke, ga je gang en speel.
Duke, go ahead and play.Duke, we zijn praktisch op weg naar Californië.
Duke, we're practically on our way to California.
