Voorbeelden van het gebruik van Een merk in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Jacuzzi is een merk en.
We verkopen een merk.
Maak een merk van jezelf, word influencer, verzamel volgers.
Juilliard is een merk, toch?
Wilde je bij een merk studeren?
Ik moet een merk onderhouden.
Je gaat een merk worden.
Het is een merk waar iedereen het over heeft.
We hebben een merk, misschien.
Oké, hebben jullie een merk of model?
Is dat een merk van Blu-ray-spelers?
Probeer een merk en model te vinden.
Hij is een merk op zich.
Is dat een merk van een Blu-ray speler?
Het zal een merk worden.
Wie? Dit is een trui van een merk van motorolie voor raceauto's. Zij.
Ik bouw een merk op. Het zijn zaken.
We moeten een merk worden.
Canelé is sindsdien een collectief merk.
Op de Lenovo online portal kunt u vele producten die door een merk.