Voorbeelden van het gebruik van Eskader in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Haar eskader verliezen viel haar zwaar.
Terugtrekken, eskader.
Eskader blauw.
Dat is… Dat is het eskader van Reg.
M'n hele eskader.
We hebben geen eskader nodig.
Hij is de beste man in dit eskader.
E luchttroep, 1e eskader, 75e cav.
Ik wil niet dat je dit eskader overneemt.
De laatste keer hadden we geen eskader van B-17s.
Fijn om bij het eskader te zijn.
In de laatste paar gevechten stierf iedereen van onze eskader.
Morgen ga je weer terug naar je eskader.
Ik ga ook jullie eskader uitbreiden.
Het is goed voor het eskader.
Ik stuur het eskader zelf.
Drie Hurricanes van het 263ste eskader.
We zijn het eskader kwijt!
Rood en Goud eskader, aanvalformatie.
Ik stuur het eskader zelf.