Voorbeelden van het gebruik van Fawn in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Fawn, laat me eens zien hoe dat saluut van 21 vlinders al opschiet.
Mijn moeder, Fawn.
Alleen Fawn, Ro, Sil,
We zoeken Fawn.
Ga weg van de havik, Fawn.
Ik neem Fawn mee.
Ik moet Fawn vinden.
Dat is raadslid Fawn Moscato.
Blijf weg bij die havik, Fawn.
Het is Fawn.
Ik zei achteruit, Fawn.
Ik ben Fawn Moscato!
Fawn? Kijk, Fawn, ze komt.
En kijken naar Schmidt met Fawn. Jess, ik… ik kan niet hier zitten.
Fawn helpt me in te zien dat ik nog niet.
Ga naar Fawn en maak een afspraak.
Als Fawn ons niet had gewaarschuwd, Waren we nu zo plat als een dubbeltje. Klopt.
Klopt. Als Fawn ons niet had gewaarschuwd, waren we nu zo plat als een dubbeltje.
Fawn, waarom praten we hierover?
Maar vanwege mijn gebreken. Een vrouw die me leuk vindt niet ondanks, Op Fawn.